6. Klinkerbotsing terug naar index

Klinkerbotsing = wanneer twee opeenvolgende klinkertekens die tot een verschillende lettergreep behoren, als één klank of als een tweeklank kunnen worden gelezen.
Om dat te vermijden gebruik je, naargelang het geval, een koppelteken of een trema.
 
Het onderstaande schema verduidelijkt welke klinkers botsen.
 
  a e i o u j y
a a+a e+a i+a o+a u+a j+a y+a
e a+e e+e i+e o+e u+e j+e y+e
i a+i e+i i+i o+i u+i j+i y+i
o a+o e+o i+o o+o u+o j+o y+o
u a+u e+u i+u o+u u+u j+u y+u
j a+j e+j i+j o+j u+j - -
y a+y e+y i+y o+y u+y - -
 
De combinaties in de groene kadertjes botsen en krijgen dus een koppelteken of een trema.
Bij de combinaties in de oranje kadertjes is de schrijfwijze afhankelijk van het (type) woord. In een samenstelling leveren die combinaties wél een klinkerbotsing (en dus een koppelteken op), in een ongeleed woord of afleiding leveren ze geen klinkerbotsing (en dus geen trema) op. (Zie ook verder.)

 

6.1 Samenstellingen terug naar boven

Regel 1

Als er bij een samenstelling klinkerbotsing optreedt, dan schrijven we een koppelteken tussen de twee delen van de samenstelling.
 
koppelteken (want klinkerbotsing):
camera-instelling
auto-onderdeel
re-integratie
mini-jurk
bureau-uren

tosti-ijzer

aaneen (want geen klinkerbotsing):

skiavonturen
autoalarm
bureauagenda
tostiapparaat
privéauto
sojaolie
 
Een uitzondering is het woord zoiets.
 
Bij klinkerbotsing in getallen schrijven we geen koppelteken maar een trema.
 
tweeëntwintig
drieënzeventig
tweeënhalf

 

Regel 2

Bij een samenstelling waar geen klinkerbotsing optreedt, schrijven we de delen van de samenstelling aaneen, maar als de samenstelling een onduidelijk woordbeeld of dubbelzinnigheid oplevert, is het gebruik van een koppelteken steeds toegestaan.

Zie daarvoor 5.2 Samenstellingen en afleidingen, regel 4.

 

6.2 Ongelede woorden, afleidingen, vervoegde/verbogen vormen terug naar boven

Regel 3

Bij ongelede woorden (= woorden waarbij we geen samenstellende woorddelen, zoals een grondwoord, een voor- of achtervoegsel, kunnen onderscheiden), bij afleidingen of bij vervoegde/verbogen vormen vermijden we klinkerbotsing door het gebruik van een trema.
 
ongelede woorden met klinkerbotsing:
pzie
patnt
herne
rne

ms

ongelede woorden zonder klinkerbotsing:
meander
cloaca
chaos
nuance

alinea

afleidingen met klinkerbotsing:
smeg
bindigen
mast
bourgondr
dadst


afleidingen zonder klinkerbotsing:
beademen
kleiachtig
autoachtig
beoefenen

vervoegde/verbogen vormen met klinkerbotsing:
wen
essentle
barbecun
oln

gnd

vervoegde/verbogen vormen zonder klinkerbotsing:
geolied
fonduen
geabonneerd
 
Bijzonder geval: bij een meervoud op -en van woorden op -ie treedt ook klinkerbotsing op, en gebruiken we dus een trema. MAAR: alleen als de -ie beklemtoond is, schrijven we -ieën, als de -ie onbeklemtoond is, schrijven we -iën.
 
-ie beklemtoond:
kopieën
symmetrieën
anomalieën

epidemieën

-ie onbeklemtoond:
mysteriën
schaliën
bacteriën
poriën

 

Uitzonderingen: woord aaneen zonder trema

In sommige gevallen krijgt een afleiding of een geleed woord waarbij op het eerste gezicht klinkerbotsing optreedt, toch geen trema.
 
1. Bij de combinatie i+i en i+j schrijven we geen trema.
   
  kopiist
buiig
bijectie
   
2. Bij drie of meer opeenvolgende klinkertekens schrijven we geen trema na de i.
   
  materieel
eieren
waaien
   
3. Op de eerste letter van -au-, -ij-, -oe-, -ou- en -ui- komt geen trema.
   
  geautoriseerd
geijkt
beoefend
geouwehoer
geuit
   
4. In zuiver uitheemse woorden schrijven we geen trema.
   
  paella
mausoleum
milicien
baccalaureus

 

Uitzonderingen: koppelteken

Bij sommige voor- of achtervoegsels schrijven we bij klinkerbotsing een koppelteken in plaats van een trema.
 
1. Voor het achtervoegsel -achtig komt een koppelteken bij klinkerbotsing.
   
  oma-achtig
para-achtig
opera-achtig
   
2. Na een voorvoegsel van Griekse of Latijnse oorsprong schrijven we een koppelteken in geval van klinkerbotsing.
Het gaat om de volgende voorvoegsels:
aero-, anti-, audio-, auto-, bi-, bio-, co-, contra-, de-, di-, duo-, elektro-, extra-, giga-, intra-, loco-, macro-, micro-, mini-, mono-, multi-, neo-, para-, pre-, pro-, proto-, pseudo-, quasi-, re-, retro-, semi-, socio-, supra-, tri-, ultra- en vice-.
   
 

met koppelteken:
bio-energie
mini-essay
homo-organisatie
contra-indicatie
intra-uterien


zonder koppelteken:
antiautoritair
proactief
contraoffensief
viceadmiraal
semiofficieel

   
  Let wel: als het om een ongeleed woord gaat en dus niet om een afleiding met een Grieks of Latijns voorvoegsel, schrijven we toch een trema en geen koppelteken.
   
  cfficiënt
rnie
ctus
cperatie
bnnale